Hoe doet zij het (op school)?
Bij Inzowijs kun je aan de slag in de thuissituatie, maar ook op school of op de groep. Wat is het verschil en hoe bereid je de begeleiding voor? Op deze pagina de antwoorden van: schoolbegeleider Erica Coelho. Lees meer interviews van (oud-)begeleiders.
“Wees een “safe haven” zodat het kind in elke situatie op jou terug kan vallen.”
Over Erica
Ik zit momenteel in het laatste jaar van de opleiding Psychologie en ik ben druk bezig met een aantal afrondende vakken en mijn scriptie. Ik begeleid nu zo’n zeven maanden een zesjarige jongen met een taalachterstand. Dit doe ik twee keer in de week bij hem op school in Den Haag. Naast zijn taalachterstand heeft hij ook een laag IQ en uitdagingen op sociaal gebied.
Hoe bereid je de begeleiding op school voor?
De voorbereiding van een begeleidingsmoment is erg afhankelijk van hoe het de vorige keer is gegaan. Als hij vooruitgang heeft geboekt, probeer ik de volgende keer vaak een stapje verder te gaan. Ik ben ook erg afhankelijk van de structuur die de juf aanhoudt, dus meestal probeer ik mij van tevoren te bedenken aan welke punten wij kunnen werken zodat ik de kans pak wanneer deze zich voordoet.
Hoe ziet een begeleidingsmoment eruit?
Ik geef momenteel twee hele dagen begeleiding. De activiteiten van de klas variëren; soms zijn ze bezig met een bepaald project en soms hebben de kinderen juist meer vrije tijd om te spelen. In de ochtend is er vaak ruimte om te oefenen met zijn spraak en de sociale vaardigheden omdat de klas in groepen wordt gedeeld. Mijn rol is om deze jongen bij te staan en hem te helpen waar nodig. Meestal heeft behoefte aan één-op-één begeleiding en doen we samen de activiteit van die dag. Toch merk ik dat hij steeds zelfstandiger wordt en vaker zonder mijn hulp mee kan doen. Op zo’n moment houd ik mij meer op de achtergrond. De middag is meestal erg afwisselend: de ene keer hebben zij gym, de andere keer muziekles en af en toe gaan ze zelfs een activiteit buiten de school doen. Hierbij help ik weer wanneer nodig, zodat de jongen zoveel mogelijk meedraait met rest van de klas.
Hoe breng je structuur aan in je begeleiding?
Zoals ik al eerder heb genoemd, ben ik erg afhankelijk van de structuur die de juf aanhoudt. Ik bedenk dus zelf geen activiteiten om met deze jongen te doen, maar ondersteun hem wanneer hij ergens tegen aanloopt. Het is bijvoorbeeld heel belangrijk dat wanneer hij zijn lego niet wil delen, ik de tijd neem om hem dit op een goede manier te laten communiceren. Soms moet hij juist wel zijn lego delen en laat ik hem zien dat dit eigenlijk niet zo slecht is als hij denkt. In deze situaties laat ik hem eerst even tot rust komen, oogcontact met mij maken en begin ik met hem te praten over wat er aan de hand is. Soms gebruik ik picto’s zodat de communicatie tussen ons tweeën gemakkelijker verloopt. In de volgende stap betrek ik vaak een ander kind waarmee hij aan het spelen is en proberen we samen tot een oplossing komen. Dit vereist veel gespreksvaardigheden die deze jongen helaas nog niet bezit. In de afgelopen zeven maanden heb ik hem echter veel vooruitgang zien boeken, dus ik verwacht dit alleen maar beter zal gaan.
Wat vind je het leukste aan het werk bij Inzowijs?
Werken bij Inzowijs biedt mij veel flexibiliteit en autonomie in mijn manier van werken. Dit vond ik eerst eng, omdat ik geen werkervaring had met kinderen maar deze autonomie heeft mij juist veel zelfvertrouwen gegeven. Daarnaast vind ik het ook ontzettend mooi om te zien hoe een kind enorme vooruitgang kan boeken vanwege de begeleiding. In mijn hoofd maak ik er telkens een feestje van wanneer mijn cliënt een kleine stap in de goede richting heeft gezet.
Welke tip wil je jouw (nieuwe) collega meegeven?
Werken met kinderen is een van de leukste dingen die ik tot nu toe heb gedaan. Ze zijn zo spontaan en nieuwsgierig. Toch kunnen er ook onverwachte momenten komen en is het wellicht beetje eng omdat je nu écht een rol speelt in de ontwikkeling van het kind. Wat ik zelf heb ervaren is dat wanneer je alles in het belang van het kind doet, je eigenlijk niks fout kunt doen. Zet de behoeften van het kind op nummer één en bedenk wat hij of zij op dat moment van jou nodig heeft. Heeft een cliënt het nodig dat je wat strenger bent of dat je hem juist even een knuffel geeft en hem of haar helpt om emoties te verwerken? Wees een “safe haven” zodat het kind in elke situatie op jou terug kan vallen en zich ook op het gemak voelt om dit te doen.